Operation Manual
Table Of Contents

10
HELMHAAK
Breng de scooter tot stilstand en hang uw helm met
het sluitingsbandje aan de haak.
BENZINETANKDOP
1. Steek de sleutel in het slot van de buddyseat en open het zadel. Draai de benzinetankdop tegen de
klok in. De dop kan nu verwijderd worden.
2. Let op dat u niet meer tankt dan de maximum limiet.
3. Om de tank te sluiten zet u het “△” teken van de dop ter hoogte van het “△” teken op de tank,
draai de dop met de klok mee om te sluiten en sluit ook het zadel opnieuw af.
LET OP:
• Bij het tanken moet de scooter op de centrale standaard staan met de motor uit en mogen er
geen vlammen gemaakt worden.
• Vul niet meer dan de maximum limiet. Anders zal de benzine afgevoerd worden door een gat op
de tank en kan de verf beschadigd worden. In ergere gevallen kan dit leiden tot brand en kan uw
scooter vuur vatten.
• Zorg ervoor dat u de benzinedop na het tanken goed afsluit.
REMMEN
• Vermijd onnodig plots remmen.
• Gebruik bij het remmen zowel de voor- als de achterrem.
• Vermijd langdurig remmen want dit kan de remmen oververhitten en hun efficiëntie beïnvloeden.
• Minder tijdig vaart en rem op tijd bij regenweer of op een glad wegdek. Maak geen plotse
remmanoeuvres om slippen en vallen te voorkomen.
• Gebruik van enkel de voor- of de achterrem verhoogt het risico op vallen doordat de scooter naar
één kant zal overhellen.
《
Motorrem
》
Draai het gashendel dicht tot zijn originele positie en gebruik de motorrem. Bij het afdalen van een lange
of steile helling is het noodzakelijk om zowel de handrem als de motorrem te gebruiken.
LET OP:
Maak geen gebruik van de helmhaak wanneer
u rijdt. Uw scooter en helm kunnen hierdoor
schade oplopen.
Achterrem via een hendel aan het stuur
Voor het voorwiel
Voor het achterwiel
Voor het voorwiel
Voor het achterwiel
Achterrem via een pedaal
HAAK