Operation Manual

11
8.AANDACHTSPUNTEN BIJ HET STARTEN
LET OP:
Controleer het olie- en benzinepeil voor u de scooter start.
Om de scooter te starten moet hij op de centrale stand staan met het achterwiel van de grond.
De achterrem moet ingehouden worden om te voorkomen dat de scooter plots naar voor zou
schieten.
1.Draai de contactsleutel naar de ONstand.
2.Houd de (voet) rem in.
3.Geef geen gas, druk pas op de startknop wanneer u de rem inhoudt.
Wij geven om uw welzijn ! Houd de (achter)rem in voor u start.
LET OP:
Wanneer de motor na 3 tot 5 pogingen niet start, draai dan het gashendel 1/8-1/4 open en
druk dan op de startknop.
Om schade aan de startmotor te vermijden verzoeken wij u de starknop niet langer dan 15
keer in te drukken.
Wanneer na 15 pogingen de motor nog steeds niet start, wacht dan 10 seconden voor u
opnieuw probeert.
Het is moeilijker om de motor te starten nadat hij een lange tijd stationair heeft gedraaid of
wanneer u pas tankt nadat de tank volledig leeg was. U moet dan meermaals starten en het
gas dichthouden om de motor te starten.
Bij een koude start kan het een aantal minuten duren voor de motor opwarmt.
De uitstoot bevat schadelijke gassen (CO), start daarom u scooter enkel op een goed
verluchte plaats.
Wanneer u start met de kick-start.
Wanneer u stappen 1 tot 5 hebt gedaan, trap dan krachtig op de kick-starter met uw voet en houd
het gashendel dicht.
Wanneer de motor moeilijk start met de kick-starter bij een koude start, draait u best het
gashendel 1/8 tot 1/4 draai open om makkelijker te starten.
Plaats de kick-starter terug in zijn originele positie nadat de motor is gestart.
LET OP:
Voor u de scooter start met de kick-starter moet hij eerst stabiel op de centrale stand gezet
worden.
Start uw motor geregeld eens met de kick-starter opdat deze mechaniek niet zou falen door
langdurig niet gebruik.
1/4
1/8