Operation Manual

HANDLEIDING NEDERLANDS
SYNQ® 39/87 CDX-2
WEERGAVE/OPNEMEN VAN CD-R EN CD-RW:
Naast gewone audio CD’s kan de CDX-2 eveneens CD-R’s (CD recordable) en CD-
RW’s (CD rewriteable) lezen. Let er bij het branden van uw CD’s wel op steeds de opties
“disc at once” en “track at once” te gebruiken! Hoewel dit apparaat CD-R en CD-RW kan
aflezen die bij hoge snelheid geschreven werden, raden wij U toch aan om de snelheid
bij het branden te beperken tot x12 om een optimale afleesbaarheid te garanderen.
Eveneens raden wij U aan om enkel goede kwaliteit CDROMs van bekende merken te
gebruiken!
Als u een multi sessie CD maakt, dan zal enkel de eerste sessie gespeeld worden:
Als de eerste sessie in CD-DA is, dan kunt u alleen CD-DA nummers spelen.
Als de eerste sessie in MP3 is, dan kunt u alleen MP3 files spelen.
DE LOOPS:
MAAK EEN LOOP (LUS):
Druk op de R.CUE/LOOP IN toets om het startpunt van de Loop te programmeren terwijl
de muziek afgespeeld wordt. Druk daarna op de OUT/EXIT toets om het eindpunt van
de Loop te programmeren. De weergave van de naadloze lus (seamless loop) start
onmiddellijk. (Met wat ervaring zult u perfecte Loops kunnen programmeren!) Tijdens het
afspelen van de Loop kunt u terug op de OUT/EXIT toets drukken om de loop te verlaten
en terug over te gaan naar de normale weergave van de rest van het nummer. Het is
mogelijk om een nieuwe Loop te programmeren, zelfs wanneer een Loop weergegeven
wordt. Druk terwijl de Loop speelt gewoon op de R.CUE/LOOP IN toets om het startpunt
van de nieuwe Loop te bepalen. Breng nu het eindpunt in door op de OUT/EXIT toets te
drukken. Uw nieuwe Loop is nu geprogrammeerd en wordt afgespeeld.
HERSTART EEN LOOP:
Dit kan gedaan worden op 3 manieren:
Wanneer een Loop geprogrammeerd is en u deze verlaten hebt door op de
OUT/EXIT toets te drukken, druk dan gewoon op de RELOOP toets om de Loop
opnieuw te starten.
Wanneer een Loop geprogrammeerd is en u deze verlaten hebt door op de
OUT/EXIT toets te drukken, druk dan gewoon terug op de OUT/EXIT toets om de
Loop opnieuw te starten. De plaats waar u op de OUT/EXIT toets gedrukt hebt is nu
geprogrammeerd als nieuw eindpunt van de Loop.
Wanneer de Loop wordt afgespeeld, druk dan op de RELOOP toets om de Loop
onmiddellijk terug te starten. U kunt dit verschillende keren na elkaar doen om een
«stotter» effect te creëren.
EEN LOOP BEWERKEN:
Wanneer er al een loop geprogrammeerd is, druk dan gedurende ongeveer 2 seconden
op de RELOOP/STUTTER toets om de loop te kunnen bewerken. Terwijl de loop
naadloos wordt weergegeven kunt u op het LCD scherm de tijdinformatie van het
eindpunt van de lus aflezen. Gebruik het jog wiel om een nieuw eindpunt voor de lus in
te stellen. Om dit te vergemakkelijken hoort u continu wat u precies aan het eindpunt
veranderde. Wanneer de loop perfect is, druk dan op de OUT/EXIT toets om het nieuwe
eindpunt van de loop op te slaan.
HANDLEIDING NEDERLANDS
SYNQ® 40/87 CDX-2
CUT/EXTEND FUNCTIE:
Druk tijdens het afspelen van een loop op de AUTO LOOP toets om de cut/extend
functie te activeren. Het scherm scherm toont “1/1 Loop” (originele loop).
CUT FUNCTIE: draai het jogwiel één klik in tegenwijzerzin om de loop in de helft te
kappen (scherm toont “1/2 Loop”. Bij elke verdere klik in tegenwijzerzin wordt de loop
telkens verder in de helft gekapt tot het scherm “1/256 Loop” toont.
U zal merken dat aan de linker zijde van het scherm af en toe een “*” verschijnt. Dit is
een visuele hulp die aangeeft wanneer het veilig is om de loop in de helft te kappen
zonder dat er een valse sprong” in de weergave te horen is: als de “*” aanwezig is
dan is het veilig om de loop in 2 te knippen. Als de “*” niet aanwezig is dan is er een
risico op een valse sprong” in de weergave bij het knippen van de loop.
EXTEND FUNCTIE: draai het jogwiel één klik in wijzerzin om de lengte van de loop
te verdubbelen (scherm toont 2/1 Loop”. Bij elke verdere klik in wijzerzin wordt de
loop telkens verder verdubbeld tot het scherm “32/1 Loop toont.
U zal merken dat aan de linker zijde van het scherm af en toe een “*” verschijnt. Dit is
een visuele hulp die aangeeft wanneer het veilig is om de extend functie uit te
schakelen of de loop terug in de helft te kappen zonder dat er een “valse sprong” in
de weergave te horen is: als de “* aanwezig is dan is het veilig om de functie uit te
schakelen of de loop in 2 te knippen. Als de *” niet aanwezig is dan is er een risico
op een valse sprong” in de weergave bij het uitschakelen of knippen van de loop.
HET GEHEUGEN:
VERSCHILLENDE GEHEUGENS:
Voor wij over het gebruik van het geheugen spreken moeten u het onderscheid kunnen
maken tussen “track memory” (geheugen van het nummer) en “permanent memory” (het
permanente geheugen):
Track Memory: Dit is het geheugen waarin de CDX-2 een set van maximum 4 Cue
punten en /of Loops van een nummer opslaagt. U kunt een “track memory” instellen
voor elk nummer van een CD.
Voorbeeld: uw CD bevat 16 nummers
voor elk nummer kunt u tot 4 Cue punten en/of Loops
opslagen. Dit maakt een totaal van 14 x 4 = 64 Cue punten en/of Loops op één enkele CD!
Permanent Memory: Dit is het grote geheugen waarin alle Cue punten en Loops
permanent worden opgeslagen. Het is in feite een geïndexeerde verzameling van
“track memories”. Wanneer u vooraf opgeslagen Cue punten oproept van een
bepaald nummer, dan maakt u een overdracht van permanent geheugen “permanent
memory” naar de “track memory”.
GEBRUIK VAN DE TRACK MEMORY”:
OPSLAAN VAN EEN MASTER CUE PUNT:
Er zijn 2 manieren om een Master Cue punt te bepalen:
Druk op de R.CUE/LOOP IN toets tijdens de normale weergave van een CD om het
nieuwe Cue punt te bepalen (“CUE on the fly”).
Zet de CD speler in pause stand en gebruik het jog/shuttle wiel om de exacte plaats
van het Cue punt te bepalen. Eenmaal u dit gevonden hebt, druk dan op de IN/R.
CUE” toets om het nieuwe Cue punt te programmeren. (of druk op de PLAY/PAUSE
toets)
Als het Cue punt geprogrammeerd is, druk dan op de CUE toets om dit Cue punt terug
op te roepen.