Operation Manual
11
FRONTPANEEL EN AANSLUITINGEN
Aansluitingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
8
9
1
2
3
4
5
6
7
Line Output: Line Output: voor het aansluiten van een externe versterker
Phono: voor het aansluiten van een grammofoon (NB: extra aardverbinding naar
grammofoon zit boven de inputbussen)
Tuner: voor het aansluiten van een FM/DAB-radio
DVD: voor het aansluiten van een DVD-speler (NB: analoge stereo-ingang)
CD: voor het aansluiten van een CD-speler
AUX 1: voor het aansluiten van extra apparatuur
AUX 2: voor het aansluiten van extra apparatuur
Speaker left & right: voor het aansluiten van luidsprekers
NB: - de impedantie van de luidspreker moet tussen 4 en 16 Ohm liggen
- om een optimale geluidskwaliteit te bereiken moet de verbinding tussen
de aansluitingen van de luidspreker en die van de versterker goed zijn
- de kabeleinden mogen niet rafelig zijn waardoor ze met elkaar of met de
Achterzijde van de kast in aanraking kunnen komen
AC input: voor het aansluiten van de netspanning. Let erop dat de stekker goed in het
contact zit en de spanning overeenkomt met de op het plaatje op de achterzijde van de
kast gedrukte tekst.