Operation Manual
4
LEES VOOR GEBRUIK VAN HET APPARAAT DE INSTRUCTIES
ZORGVULDIG DOOR
• Verwijder de filterhouder of de kan niet tijdens het
zetproces.
• Giet geen andere vloeistoffen dan water of een
aanbevolen reinigingsproduct in het waterreservoir.
• Plaats altijd de deksels in de correcte positie zoals
afgebeeld in de overzichtsafbeelding. Wanneer dergelijke
delen worden verwijderd tijdens het koffiezetten, bestaat
er een risico op verbrandingen.
• Gebruik het apparaat nooit zonder overlooppijp.
Glazen koffiekan
• De glazen kan is ontworpen voor gebruik in combinatie
met dit apparaat.
• Zet een hete kan niet op een koud oppervlak. Zet de
glazen kan nooit boven een open vlam, op een hete
kookplaat of een andere hittebron.
• Gebruik de kan niet, wanneer er barsten inzitten of de
handgreep loszit.
• Reinig de kan niet met schurende reinigingsmiddelen,
staalwol of vergelijkbare materialen.
NIET GESCHIKT VOOR VAATWASMACHINES
Thermoskan
• Gebruik de thermoskan niet om zuivelproducten of
flessenvoeding voor baby’s op te slaan, omdat deze
kunnen gaan schiften, als zij te lang bewaard worden.
• Niet gebruiken voor koolzuurhoudende dranken.
• Verplaats de thermoskan niet in horizontale stand of
ondersteboven, omdat hij anders kan gaan lekken. Gebruik
de speciale transportdop.
• Drink niet rechtstreeks uit de thermoskan. Vloeistoffen uit
de thermoskan kunnen zeer heet zijn.
• Zet de thermoskan nooit op een hete/warme kookplaat,
een gaspit of een andere hittebron.
• Plaats de thermoskan nooit in een oven of magnetron.
• Reinig de thermoskan niet met schurende reinigingsmid-
delen, staalwol of vergelijkbare materialen.
NIET GESCHIKT VOOR VAATWASMACHINES
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Plaats het apparaat niet op een heet oppervlak, in de buurt van
gas of elektrische kooktoestellen of in een oven.
• Leg het netsnoer niet over hete oppervlakken en laat het niet
over de rand van een tafel of bar hangen waar kinderen aan het
snoer kunnen trekken.
• Gebruik het apparaat uitsluitend voor het bereiden van koffie of
thee.
• De hete delen van het apparaat, zoals overlooppijp of
warmhoudplaat, niet aanraken.