Datasheet

Conform Verordening (EG) Nr. 1907/2006 (REACH), Annex II, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/830 van
de Commissie
Techspray G3 Flux Remover
In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het
incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op
persoonlijke ongelukken of in geval van onvoldoende training. Verplaats de
reservoirs uit het brandgebied als dat zonder risico kan. Gebruik waternevel om
aan het vuur blootgestelde vaten koel te houden.
Gevaarlijke
verbrandingsproducten
Risico's van de stof of het
mengsel
Afbraakproducten kunnen onder meer zijn:
kooldioxide
koolmonoxide
gehalogeneerde verbindingen
carbonylhalogeniden
Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten en eventueel
exploderen. Gas kan zich ophopen in lage of besloten ruimten of kan een
aanzienlijke afstand overbruggen naar een ontstekingsbron en vervolgens
terugslaan. Barstende aërosolhouders kunnen bij brand met hoge snelheid worden
gelanceerd. Wegvloeien in riool kan gevaar voor brand of explosie veroorzaken.
Deze stof is schadelijk voor het aquatisch milieu met blijvende gevolgen. Met dit
materiaal verontreinigd bluswater dient te worden opgevangen, zodat het niet in het
oppervlaktewater, riool of afvoer terechtkomt.
Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk
ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een
overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen,
beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469,
geeft een basis beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen.
Speciale beschermende
uitrusting voor
brandweerlieden
Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand.
5.1 Blusmiddelen
:
:
:
Geen bekend.
Geschikte blusmiddelen
:
Ongeschikte blusmiddelen
:
RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
5.3 Advies voor brandweerlieden
Speciale beschermende
maatregelen voor
brandbestrijders
:
RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het
mengsel
6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
Voor andere personen dan
de hulpdiensten
:
Voor de hulpdiensten
:
Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op persoonlijke ongelukken of
in geval van onvoldoende training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat
onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. In geval van een
gescheurde aërosolcontainer moet voorzichtigheid in acht genomen worden omwille
van het snel ontsnappen van de onder druk staande inhoud en het drijfgas. Bij
grote aantallen kapotte vaten behandelen als bulkhoeveelheden weggelekt
materiaal in overeenstemming met het vermelde in de rubriek over opruiming.
Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Sluit alle
ontstekingsbronnen af. Geen open vuur en niet roken in het gevarengebied.
Vermijd inademen van damp of nevel. Zorg voor voldoende ventilatie. Draag het
daartoe geëigende ademhalingsmasker bij onvoldoende ventilatie. Draag geschikte
persoonlijke beschermingsmiddelen.
Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees
dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte
materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de
hulpdiensten".
:
5/11/2017
Datum vorige uitgave
:
Geen vorige validatie
Versie
:
1
5/15