Operation Manual

TV
- 5 -
Voorbereiding
Laat voor de ventilatie een ruimte van ten
minste 10 cm vrij rondom het toestel. Om
onveilige situaties te voorkomen, dient u
geen voorwerpen op het toestel te plaatsen
KENMERKEN
 Kleurentelevisie met afstandsbediening.
 Er kunnen 100 zenders van VHF- of UHF-
banden of kabelzenders voor-
geprogrammeerd worden.
Het kan kabelzenders afstellen.
Dankzij het menugestuurde systeem is de
televisie gemakkelijk in te stellen.
 Het heeft een Euroconnectoraansluiting voor
externe toestellen (zoals een computer, vi-
deorecorder, videospelletjes, stereo-instal-
latie, enz.)
 Front AV In of Back AV In / Out (optioneel).
 Volledige Teletekst (Fastext, Toptext) (optie)
 Hoofdtelefoonaansluiting mogelijk (optie)
 Directe toegang tot zenders (optie)
A.P.S. (Automatisch Programmeersysteem)
(optie)
Alle zenders kunnen benoemd worden.
Wisselen tussen de twee laatst bekeken
zenders.
Automatisch instellen naar voor of naar ach-
ter.
Sleep timer.
Geluid wordt automatisch uitgezet wanneer
er geen signaal is.
 Wanneer er geen geldig signaal wordt
gedetecteerd, schakelt de televisie na 5
minuten automatisch naar standby.
 WSS (Wide Screen Signaling) (optie)
 NTSC Playback. (optie)
 DVD / VCD / CD / MP3 afspelen.
Veiligheidsmaatregelen
1. Voeding
Het toestel mag alleen worden aangesloten
op een stopcontact van 90-270V AC,50-60
Hz. of 170-270V AC, 50-60 Hz. Controleer of
u de juiste voltage-instelling heeft
geselecteerd.
2. Stroomkabel
De stroomkabel moet zo gelegd worden dat
er niet over gelopen kan worden en dat hij
niet afgeklemd kan worden door
voorwerpen die er op of tegen geplaatst zijn.
Let met name op de plaats waar de kabel
op de stekker is aangesloten, het
stopcontact en het punt waar de kabel uit het
televisietoestel komt.
3. Vocht en water
Gebruik dit toestel niet in een vochtige
omgeving (niet in de badkamer, in de
gootsteen in de keuken of bij de
wasmachine plaatsen).
Stel het toestel niet bloot aan regen of water,
dat kan gevaarlijk zijn. Plaats geen
voorwerpen op het toestel die met water
gevuld zijn.
4. Schoonmaken
Neem de stekker uit het stopcontact voordat
u het toestel schoonmaakt. Gebruik geen
vloeibare reinigingsmiddelen en geen
spuitbussen. Gebruik een zachte, droge
doek.
5. Ventilatie
De gleuven en openingen op het toestel zijn
bedoeld voor ventilatie en moeten voor een
betrouwbare werking zorgen. Om
oververhitting te voorkomen, mogen deze
openingen in geen geval versperd of bedekt
zijn.
6. Onweer
Neem de stekker uit het stopcontact bij
storm en onweer of wanneer u op vakantie
gaat.
7. Vervangingsonderdelen
Wanneer er vervangingsonderdelen nodig
zijn, moet u ervoor zorgen dat de
onderhoudsmonteur reserveonderdelen
gebruikt die gespecificeerd zijn door de
fabrikant of die dezelfde specificaties
hebben als de originele onderdelen.
Het gebruik van ongeoorloofde
vervangingsonderdelen kan leiden tot brand,
elektrische schokken of andere gevaren.