Operation Manual

TIG 3000 B
Versie 001
16
NL
Bevestig het paneel (fig. 20 ref. 2) met de 4
zelftappende schroeven, breng daarna het
omrandingsprofiel (fig. 20 ref. 3) aan en druk er
voorzichtig op totdat u hoort dat de
bevestigingslipjes vastklikken.
Er wordt aan herinnerd dat de standaard
meegeleverde kabel 5 meter lang is. Er zijn ook 7
meter, 10 meter en 15 meter lange kabels
verkrijgbaar.
Sluit het andere uiteinde van de verbindingskabel
aan op de betreffende witte stekkerverbinding op
de generator (fig. 22 ref. 3).
5.7 Hulpaansluitingen
De klemmenstrook (fig.22 ref.2) en connectoren
(fig.22 ref.4 en 5) het laat de volgende niet
verplichte hulpaansluitingen mogelijk:
•
AUX PUMP + en - klemmen: indien nodig
(bijvoorbeeld, grote afstand tussen
brandstoftank en generator) is het mogelijk
om een extra elektrische pomp aan te sluiten
functionerend op 12 V gelijkstroom met
maximaal stroomverbruik van 5 A. Houd de
aangegeven polariteit aan.
•
FUEL LEVEL klem: actieve ingang van 0 Volt
waarop de pilot kabelschoen van een
brandstofreservemeter type on-off
aangesloten kan worden. De andere
kabelschoen van de meter moet op de massa
aangesloten worden (op het voertuig of op de
minpool van de accu die op de generator
aangesloten is).
•
D+ klem: actieve ingang van +12 Volt (max.
15 Volt) ten opzichte van de stroommassa
waar de D+ draad van de installatie van het
voertuig op aangesloten kan worden (vaak
gemarkeerd met “Contactslot”). Op deze
draad staat +12 V spanning als de motor van
het voertuig draait. De informatie wordt
gebruikt door de generator om te stoppen bij
elke verandering van staat van D+.
•
REMOTE aan-uit stekkerverbinding (fig. 22
ref. 4): deze stekkerverbinding kan gebruikt
worden om de twee polen van een galvanisch
geïsoleerd open-sluit contact aan te sluiten
(bijvoorbeeld het contact van een
elektromechanisch relais), bediend door een
apparaat op afstand. Als het contact wordt
gesloten start de generator en als het contact
wordt geopend stopt de generator.
•
EPO stekkerverbinding (fig. 22 ref. 5): deze
stekkerverbinding kan gebruikt worden om de
twee galvanisch geïsoleerde contacten van
een noodstopknop op afstand, type NO
(normaal open), aan te sluiten. Als het contact
wordt gesloten (noodknop ingedrukt) wordt de
generator onmiddellijk gestopt en wordt de
stroomvoorziening naar de betreffende
elektronische circuits onderbroken.
5.8 Aansluiting op de brandstoftank
De generator kan op de brandstoftank van het
voertuig aangesloten worden (indien de
brandstof die gebruikt wordt hetzelfde is). De
brandstofleiding van de generator mag absoluut
niet van die van de motor van het voertuig
afgetakt worden; dit kan tot ernstige storingen in
de werking leiden en dit maakt bovendien de
garantie op beide onderdelen ongeldig.
Voor de aansluiting op de brandstoftank mogen
uitsluitend brandstofleidingen met een geschikte
diameter gebruikt worden.
Er moet bovendien vermeden worden dat de
doorsnede van de leidingen verminderd kan
worden door vernauwingen, bochten of
knelpunten.
Er is eventueel een brandstoftank met
vulopening verkrijgbaar (optie) die aan de zijkant
van het voertuig gemonteerd kan worden
(bestelnummer 05466) en een tank met alleen
een dop (bestelnummer 05472), allebei met een
inhoudscapaciteit van ongeveer 15 liter, die
zowel verticaal als horizontaal geplaatst kunnen
worden en die voorzien zijn van een kraan met
brandstofreservemeter.
De plaats van de brandstoftank moet zodanig
gekozen worden dat de lengte van de
brandstofleidingen tot een minimum beperkt kan
worden.










