Operation Manual

- 31 -
instrumentmetinguitvoertomtebepalenofereenrisicobestaat,
zodanig dat hij de geschiktebeschermingsmaatregelen kan
treffenzoalswordtaangeduidin7.9vandenorm”EN60974-9:
Apparatuurvoorbooglassen.Deel9:Installatieengebruik”.
RESIDU RISICO’S
- OMKANTELING:delasmachineopeenhorizontaaloppervlak
plaatsen met een adequaat draagvermogen voor de massa;
zoniet(vb.hellende,oneffenbevloeringenenz...)bestaathet
gevaarvanomkanteling.
- ONJUIST GEBRUIK: het gebruik van de lasmachine is
gevaarlijk voor gelijk welke bewerking die verschilt van
diegenedie voorzienzijn (vb. ontvriezenvan buizenvan de
waterleiding).
- De handgreep mag niet worden gebruikt om het lasapparaat
aan op te hangen.
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
Deze lasmachine is een stroombron voor het booglassen, speciaal
gerealiseerd voor het MMA-lassen in wisselstroom i (AC) van
beklede elektroden.
SERIE-ACCESSOIRES:
- tang elektrodenhouder;
- retourkabel volledig met massatang.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
KENTEKENPLAAT
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de
lasmachine zijn samengevat op de kentekenplaat met de volgende
betekenis:
Afb. A
1- Beschermingsgraad van het omhulsel.
2- Symbool van de voedingslijn:
1~: eenfase wisselspanning.
3- Symbool van de voorziene lasprocedure.
4- Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
5- EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van
de machines voor booglassen.
6- Inschrijvingsnummer voor de identicatie van de lasmachine
(noodzakelijk voor de technische service, de aanvraag van
reserve onderdelen en het opzoeken van de oorsprong van het
product).
7- Symbool S : wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd
worden in een ruimte met een verhoogd risico van elektroshock
(vb. in de onmiddellijke nabijheid van grote metalen massa’s).
8- Prestaties van het lascircuit:
- U
0
: maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
- I
2
/U
2
: Genormaliseerde overeenstemmende stroom en
spanning die door de lasmachine tijdens het lassen kunnen
verdeeld worden.
- X:Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine
de overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom).
Wordt uitgedrukt in %, op basis van een cyclus van 10min (vb.
60% = 6 minuten werk, 4 minuten pauze; en zo verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die
verwijzen naar 40°C ruimte) overschreden worden, wordt
de ingreep van de thermische beveiliging bepaald ( de
lasmachine blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen
de toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V : Duidt de gamma aan van de regeling van de
lasstroom (minimum - maximum) aan de overeenstemmende
boogspanning.
9- Kentekens van de voedingslijn:
- U
1
:Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine
(toegelaten limieten ±10%):
- I
1
max
: Maximum stroom verbruikt door de lijn.
- I
1
eff
: Effectieve voedingsstroom.
10-
:De waarde van de zekeringen met vertraagde werking
moet voorzien worden voor de bescherming van de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis
aangeduid is in hoofdstuk 1 “Algemene veiligheid voor het
booglassen”.
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft
een indicatieve aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van
de cijfers; de exacte waarden van de technische gegevens van de
lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks genomen worden van
de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
ANDERETECHNISCHEGEGEVENS:
-Prestatiesvandelascircuitalsfunctievandediametervande
elektrode(Fig.A-12):
- Ø: diameter van de lasbare elektrodes.
- I
2
: Conventionele lasstroom aan de overeenstemmende
boogspanning.
- tw: is de gemiddelde tijdsduur van het lassen op nominale lading
berekend tussen het herstel en de ingreep van de thermostaat
vertrekkend met de lasmachine op thermisch regime.
- tr: is de gemiddelde tijdsduur van heractivering berekend tussen
de ingreep en het herstel van de thermostaat vertrekkend met de
lasmachine op thermisch regime.
-LASMACHINE:zietabel1(TAB.1).
Hetgewichtvandelasmachinestaataangeduidintabel1(TAB.1).
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING
LASMACHINE
Fig. B
5. INSTALLATIE
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE
EN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN UITVOEREN MET
DE LASMACHINE VOLLEDIG UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND
UITGEVOERDWORDENDOORERVARENOFGEKWALIFICEERD
PERSONEEL.
Assemblage beschermend masker
Fig. C
PLAATS VAN HET LASAPPARAAT
Zoek de installatieplaats van het lasapparaat zo uit dat er geen
obstakels zijn bij de ingangs- en uitgangsopening van de koellucht;
controleer ook of er geen geleidend stof, corrosief vocht etc. wordt
opgezogen.
Houd ten minste 250 mm ruimte vrij rondom het lasapparaat.
LETOP!Zethetlasapparaatopeenvlakkeondergrond
diegeschiktisomhetgewichtervantedragenomomvallenof
gevaarlijkeverschuivingentevoorkomen.
AANSLUITING OP HET NET
- Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men
veriëren of de gegevens van de kentekenplaat overeenstemmen
met de spanning en de frequentie van het net die beschikbaar zijn
op de plaats van installatie.
- De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een
voedingssysteem met een neutraalgeleider verbonden met de
aarde.
- Om de bescherming tegen onrechtstreeks contact te garanderen,
differentiaalschakelaars gebruiken van het type:
- Type A (
) voor eenfase machines;
- Teneinde te voldoen aan de vereisten van de Norm EN 61000-3-11
(Flicker) raadt men aan de lasmachine te verbinden met de punten
van interface van het voedingsnet die een impedantie hebben
kleiner dan Zmax =0.3 ohm.
- De lasmachine valt onder de vereisten van de norm IEC/EN
61000-3-12.
Stekker en contactdoos
Sluit de stekker van de voedingskabel aan op een contactdoos
met zekeringen of automatische schakelaar; de aardklem moet
op de aardgeleider (geel-groen) van de voedingsleiding worden
aangesloten. In tabel 1 (TAB 1) staan de aangeraden waarden in
ampère van de vertragingszekeringen op basis van de maximale
nominale stroom die wordt afgegeven door het lasapparaat en van
de nominale voedingsspanning.