Operation Manual

Overzicht van rekenmachinebewerkingen 13
Opmerking: De rekenmachine slaat waarden op met een nauwkeurigheid
van maximaal 13 cijfers. De decimale instelling rondt de weergegeven
waarde af, maar niet de niet-afgeronde, intern opgeslagen waarde. (Zie
“Het aantal weergegeven decimale posities kiezen” op pagina 6.)
Wetenschappelijke notatie ;
Wanneer u een waarde berekent in de standaard decimale instelling die
te groot of te klein is om weer te geven, geeft de rekenmachine deze
waarde weer in wetenschappelijke notatie, dat wil zeggen een
basiswaarde (of mantisse), gevolgd door een spatie en een exponent.
Als AOS™ geselecteerd is, kunt u op ; drukken om een getal in
wetenschappelijke notatie in te voeren. (Zie “Berekeningsmethodes
kiezen” op pagina 6.)
Om bijvoorbeeld 3 Q 10
3
in te voeren toetst u 3 < 10 ; 3 in.
Geheugenbewerkingen
Geheugen wissen
Het wissen van het geheugen voordat u een nieuwe berekening begint,
is een heel belangrijke stap om fouten te vermijden.
Om één bepaald geheugen te wissen slaat u er een waarde nul in op.
U kunt waarden opslaan in een van de 10 geheugens met
de standaard rekenmachinetoetsen.
Opmerking: U kunt ook het werkblad Geheugen
gebruiken. (Zie “Werkblad Geheugen” op pagina 93.)
U kunt elke numerieke waarde binnen het bereik van
de rekenmachine opslaan in het geheugen.
Om een geheugen
M0 tot en met M9 te openen drukt
u op een numerieke toets (0 tot en met 9).