Operation Manual

48 Werkblad Cashflow
Gegroepeerde cashflows
Cashflow-vraagstukken kunnen cashflows met unieke waarden en
opeenvolgende cashflows met een gelijke waarde bevatten.
Hoewel u ongelijke cashflows apart moet invoeren, kunt u groepen
opeenvolgende, gelijke cashflows tegelijk invoeren met de
Fnn-
variabele.
Cashflows invoeren
Bij de BA II PLUS™ PROFESSIONAL-rekenmachine bestaan cashflows uit
een start-cashflow (CFo) en maximaal 32 extra cashflows (C01-C32),
waarvan elke een unieke waarde kan hebben. U moet het aantal keren
(maximaal 9999) of de frequentie (F) voor iedere extra cashflow (
C01-
C32
) invoeren.
De rekenmachine geeft positieve waarden voor inflows (inkomende
geldstromen) en negatieve waarden voor outflows (uitgaande
geldstromen) weer.
Om het werkblad Cashflow te wissen drukt u op & z.
Cashflows invoeren:
1. Druk op '. De waarde van de start-cashflow (
CFo) verschijnt.
2. Toets een waarde in voor CFo en druk op !.
3. Om een extra cashflow-variabele te selecteren drukt u op #. De
waarde C01 verschijnt.
4. Om C01 te veranderen toetst u een waarde in en drukt u op !.
5. Om de cashflow-frequentievariabele (F01) te selecteren drukt u op
#. De waarde F01 verschijnt.
6. Om F01 te veranderen toetst u een waarde in en drukt u op !.
7. Om een extra cashflow-variabele te selecteren, drukt u op #. De
C02-waarde verschijnt.
8. Herhaal de stappen 4 tot en met 7 voor alle resterende cashflows en
frequenties.
9. Om ingevoerde gegevens terug te zien drukt u op # of ".
Cashflows wissen
Wanneer u een cashflow wist, verlaagt de rekenmachine het nummer
van volgende cashflows automatisch.