Operation Manual

76 Werkblad Statistiek
X' en Y' gebruiken voor regressievoorspellingen
Om de X'- en Y'-variabelen voor regressievoorspellingen te gebruiken
kunt u ofwel een waarde voor
X' invoeren om Y' te berekenen, of een
waarde voor Y' invoeren om X' te berekenen.
Regressiemodellen
Bij gegevens met twee variabelen gebruikt het werkblad Statistiek vier
regressiemodellen om de passende kromme te vinden en te voorspellen.
De rekenmachine interpreteert de X-waarde als de onafhankelijke
variabele en de
Y-waarde als de afhankelijke variabele.
De rekenmachine berekent de statistische resultaten met de volgende
getransformeerde formules:
LIN gebruikt X en Y.
Ln gebruikt ln(X) en Y.
EXP gebruikt X en ln(Y).
PWR gebruikt ln(X) en ln(Y).
De rekenmachine bepaalt de waarden voor a en b die de lijn of kromme
creëren die het beste past bij de gegevens.
Correlatiecoëfficiënt
De rekenmachine bepaalt ook de correlatiecoëfficiënt r die meet hoe
goed de vergelijking past bij de gegevens. Over het algemeen geldt:
Hoe dichter
r naar 1 of -1 nadert, hoe beter hij past.
Hoe dichter r naar nul nadert, hoe slechter hij past.
Statistische gegevens invoeren
Omdat u in het werkblad Statistiek tot 50 gegevenspunten kunt invoeren
en weergeven, en deze waarden opgeslagen worden tot u het werkblad
wist of de waarden verandert, hoeft u niet iedere stap opnieuw uit te
voeren bij iedere statistische berekening.
Model Formule Beperkingen
LIN
Y = a + b X Geen
Ln
Y = a + b ln(X) Alle X-waarden > nul
EXP
Y = a b
x
Alle Y-waarden > nul
PWR
Y = a X
b
Alle X- en Y-waarden > nul