Operation Manual
Overige werkbladen 81
• Om de standaardwaarden voor alle rekenmachinevariabelen en -
instellingen te resetten drukt u op & } !.
Waarden invoeren
• Bij berekeningen van percentageveranderingen voert u waarden
voor twee van de drie variabelen in (OLD, NEW en %CH) en berekent
u een waarde voor de onbekende variabele (laat
#PD=1). Een
positieve percentageverandering betekent een percentuele
verhoging; een negatieve percentageverandering betekent een
percentuele verlaging.
• Bij berekeningen van samengestelde rente voert u waarden voor de
drie bekende variabelen in en berekent u een waarde voor de
onbekende vierde variabele.
– OLD= huidige waarde
– NEW= toekomstige waarde
–
%CH= rentepercentage per periode
– #PD= aantal perioden
• Voor berekeningen van kostprijs-verkoop-prijsverhoging voert u
waarden voor twee van de drie variabelen in (OLD, NEW en %CH) en
berekent u een waarde voor de onbekende variabele.
– OLD = kosten
– NEW= verkoopprijs
–
%CH= verhogingspercentage
– #PD= 1
Waarden berekenen
1. Om het werkblad Percentageverandering/Samengestelde rente te
selecteren drukt u op & q. De huidige waarde voor
OLD wordt
weergegeven.
2. Om het werkblad te wissen drukt u op & z.
3. Om waarden in te voeren voor de bekende variabelen drukt u op #
of " tot de variabele van uw voorkeur wordt weergegeven, toetst u
een waarde in en drukt u op !. (Voer geen waarde in voor de
variabele die u wilt oplossen.)
• Percentageverandering — Voer waarden in voor twee van de
volgende drie variabelen: OLD, NEW en %CH. Laat #PD ingesteld
op 1.
• Samengestelde rente — Voer waarden in voor drie van de
volgende vier variabelen:
OLD, NEW, %CH en #PD.