Operation Manual

Overige werkbladen 93
Werkblad Geheugen
Variabelen van het werkblad Geheugen
Opmerking: In deze handleiding worden rekenmachinevariabelen
gecategoriseerd naar de invoermethode. (Zie “Typen
werkbladvariabelen” op pagina 19.)
De variabelen van het werkblad geheugen wissen
Om alle 10 de geheugens in één keer te wissen drukt u op & z in
het werkblad Geheugen.
Met het werkblad Geheugen kunt u opgeslagen waarden
met elkaar vergelijken en ze oproepen door de 10
geheugens van de rekenmachine te openen. Alle
geheugenvariabelen zijn van het type alleen-invoeren.
(Zie “Typen werkbladvariabelen” op pagina 19.)
Om het werkblad Geheugen te openen drukt u op &
{.
Om geheugenvariabelen te openen drukt u op " of
#.
Opmerking: U kunt geheugens afzonderlijk openen
met D, J en de cijfertoetsen. (Zie
“Geheugenbewerkingen” op pagina 13.)
Variabelen Toets Weergave Type variabele
Geheugen 0 & {
M0
Alleen-invoeren
Geheugen 1 #
M1
Alleen-invoeren
Geheugen 2 #
M2
Alleen-invoeren
Geheugen 3 #
M3
Alleen-invoeren
Geheugen 4 #
M4
Alleen-invoeren
Geheugen 5 #
M5
Alleen-invoeren
Geheugen 6 #
M6
Alleen-invoeren
Geheugen 7 #
M7
Alleen-invoeren
Geheugen 8 #
M8
Alleen-invoeren
Geheugen 9 #
M9
Alleen-invoeren