Quick Start Guide

-2-
YSTAT
-modus.
%
Y
of
&
&
-
Reset de TI
N
40 Collè
g
e
Ö
. Keert teru
g
naar
de standaardinstellin
g
en; wist
g
eheu
g
en-
variabelen, operaties in behandelin
g
, alle
invoeren die ooit
g
edaan zijn, en de
statistische
g
e
g
evens; wist de constante
mode en
Ans
.
Wiskundige bewerkingen
d
Met
d
wordt er een menu met verschillende wiskundige
functies weergegeven. Voor sommige functies moet u twee
waarden invoeren: reële getallen of expressies die een reëel
getal opleveren. Met
%
`
scheidt u de twee waarden van
elkaar.
abs(
#
)
Geeft de absolute waarde van
#
weer.
round(
#,cijfers
)
Rondt
#
af tot het opgegeven aantal cijfers.
iPart(
#
)
fPart(
#
)
Geeft alleen het
g
etal voor de komma (
iPart
)
of het
g
etal achter de komma (
fPart
) van
#
weer.
min(
#1,#2
)
max(
#1,#2
)
Geeft het minimum (
min
) of maximum (
max
)
van twee waarden,
#
1 en
#
2.
lcm(
#1,#2
)
gcd(
#1,#2
)
Vindt de kleinste
g
emene deler (
lcm
) of de
g
rootste
g
emene deler (
gcd
) van twee
g
ehele
getallen,
#
1 en
#
2.
#
3
Berekent # tot de derde macht.
3
Ñ
(
#
)
Berekent de vierkantswortel van
#
.
remainder
(
#1,#2
)
Geeft de rest die het resultaat is van de
deling van 2 gehele getallen, #1 door #2.
Delen door gehele getallen
%
Y
Met
%
Y
worden twee positieve gehele getallen door elkaar
gedeeld en worden het quotiënt,
Q
, en de rest,
R
, weergegeven.
Alleen het quotiënt wordt naar
Ans
opgeslagen.
Breuken
%~?RO
>
}
N
Q
Met
%
~
wordt een menu met twee instellingen
weergegeven, die bepalen hoe resultaatbreuken worden
weergegeven.
Opmerking
: resultaten die niet als breuken
kunnen worden weergegeven worden als decimalen
weergegeven.
¦
Met
Manual
(standaard) worden niet-herleide resultaat-
breuken weergegeven, indien van toepassing. Er wordt
N
Ì
D
¹
n
Ì
d
weergegeven als de breuk verder kan worden
herleid.
¦
Met
Auto
worden resultaatbreiken weergegeven die
automatisch zo ver mogelijk zijn herleid.
Opmerking
: in de
modus
Auto
kunt u niet op
}
drukken.
Met
>
wordt de teller van de noemer gescheiden. De noemer
moet een positief geheel getal zijn. Voor een negatieve breuk
drukt u op
M
voordat u de noemer invoert.
Met
}
<
wordt een breuk herleid met de laagste
gemene ondeelbare factor. Als u zelf de factor wilt kiezen (in
plaats van dit aan de calculator over te laten), drukt u op
}
, voert u de factor (een geheel getal) in en drukt u
vervolgens op
<
.
Met
%
?
wordt
DIV
op de invoerregel weergegeven, plus
de deler die is gebruikt om de laatste resultaatbreuk te
herleiden. Om
DIV
te kunnen weergeven moet de modus
Manual actief zijn. Druk nogmaals op
%
?
als u terug wilt
schakelen naar de herleide breuk.
Met
Q
wordt een breuk zo mogelijk naar een decimaal
geconverteerd.
Met
%
R
wordt een decimaal zo mogelijk naar een breuk
geconverteerd.
Met
N
wordt een decimaal of breuk naar een percentage
geconverteerd.
¦
Met
%
O
vindt er conversie plaats tussen een
gemengd getal en een simpele breuk.
Pi
g
p
=3.141592653590 voor berekeningen.
p
=3.141592654 voor
weergave. In de modus
RAD
wordt
p
weergegeven als
Pi
in
resultaten van vermenigvuldigingen of berekeningen met
breuken. De TI
N
40 Collège
Ö
accepteert
p
alleen in de
noemer van een breuk.
Hoekmodus
%
I
=
%
I
geeft een menu weer om de hoekmodus te
veranderen in graden, radialen of gradiënten.
=
geeft een menu weer om de hoekeenheid te specificeren —
graden (
Ä
), radialen (
r
), of DMS (
Ä
Å
Æ
). Het stelt u ook in staat
een hoek te converteren in DMS-notatie (
4
DMS
).
Om de hoekmodus in te stellen voor een willekeurig deel van
een invoer:
¦
Selecteer de hoekmodus. Invoeren worden geïnterpreteerd
en resultaten weergegeven volgens de hoekmodus, of
¦
Selecteer de combinatietoets van een eenheid (
Ä
Å
Æ
r
) voor
een willekeurig deel van een invoer. Invoeren met
combinatietoetsen van eenheden worden dienovereen-
komstig geïnterpreteerd, waarbij de hoekmodus tijdelijk
wordt opgeheven.
Een invoer converteren:
¦
Stel de hoekmodus in op de eenheid
waarnaar
u wilt
converteren. Gebruik vervolgens een combinatietoets om
de eenheid
waarvan
u wilt converteren, te bepalen.
(Hoeken van goniometrische functies rekenen eerst de
waarden tussen haakjes om.), of
¦
Selecteer
4
DMS
, dat een invoer converteert in DMS (
Ä
Å
Æ
)
Notatie.
Trigoniometrische functies
%
B
Met
%
B
wordt er een menu met alle trigoniometrische
functies weergegeven (sin, sin
-1
, cos, cos
-1
, tan, tan
-1
). Selecteer
de trigoniometrische functie in het menu en voer vervolgens de
waarde in. Stel de gewenste hoekmodus in voordat u met
trigoniometrische berekeningen begint.
Logaritmische functies
%
A
Met
%
A
wordt er een menu met alle logaritmische
functies weergegeven (
log
,
10
^
,
ln
,
e
^
). Selecteer de
logaritmische functie in het menu, voer vervolgens de waarde
in en sluit dit af met
E
.
Rechthoekig
Í
Polair
%
k
%
k
geeft een menu weer voor het omrekenen van
rechthoekige coördinaten (x,y) in polaire coördinaten (r,
q
) of
omgekeerd. Stel de hoekmodus in, indien nodig, alvorens de
berekeningen te beginnen.
Opgeslagen bewerkingen
m
o
%np
Er kunnen twee bewerkingen op de TI
N
40 Collège
Ö
worden
opgeslagen,
OP1
en
OP2
. Als volgt slaat u een bewerking naar
OP1
of
OP2
op en roept u deze weer op:
1. Druk op
%
n
of
%
p
.
2. Voer de bewerking in (een willekeurige combinatie van
getallen, operators of menu-opties en hun argumenten).
3. Druk op
<
om de bewerking in het geheugen op te
slaan.
4.
m
of
o
vraagt de bewerking op en geeft deze weer
op de invoerregel. De TI
N
40 Collège
Ö
berekent
automatisch het resultaat (zonder dat u op
<
drukt)
en geeft de teller (voor zover de ruimte dit toelaat) weer
aan de linkerkant van de regel met het resultaat.
Wanneer u meer dan een keer achtereen op
m
of
o
drukt, neemt de teller 1 toe.
5. U kunt de TI
N
40 Collège
Ö
instellen voor weergave van
alleen de teller en het resultaat (zonder de invoer). Terwijl u
de bewerking definieert, drukt u op
!
tot de = gemarkeerd is
(
Ù
). Herhaal om deze instelling uit te schakelen.