Operation Manual

TI-83 Plus De grafiek van functiesInhoud van dit hoofdstuk 115
Met de uitdrukking Y=
L‡
(100
N
X
2
) definieert u
de onderste helft van de cirkel. Op de
TI-83 Plus kunt u een functie invoeren op
basis van een andere functie. Wanneer u de
functie
Y2=
L
Y1
wilt invoeren, drukt u
Ì
om het
teken te doen omkeren. Druk
~
om het
menu
VARS Y-VARS
op te roepen. Druk
vervolgens
Í
om de optie
1:Function
te
kiezen. Het vervolgmenu
FUNCTION
verschijnt
nu op het scherm. Druk
1
om de optie
1:Y1
te
kiezen.
2. Druk
q
6
om de optie
6:ZStandard
te
selecteren. Op deze manier kunt u snel de
standaardinstellingen van de venstervariabelen
opnieuw gebruiken. Hierbij worden meteen de
grafieken van de functies geplot; u moet dus
niet meer
s
drukken.
Merk op dat de grafieken van de functies in
het standaarduitleesscherm worden
weergegeven als een ellips.