Operation Manual

TI-83 Plus De grafiek van functiesInhoud van dit hoofdstuk 138
1. Druk, indien nodig,
,
~
,
}
en
|
om de cursor te verplaatsen naar
de instelling die u wilt kiezen.
2. Druk
Í
om de gemarkeerde instelling te kiezen.
RectGC, PolarGC
Met de optie
RectGC
(carthesische coördinaten voor de grafiek) wordt de
positie van de cursor uitgedrukt in de carthesische (rechthoekige)
coördinaten
X
en
Y
.
Met
PolarGC
(poolcoördinaten voor de grafiek) wordt de positie van de
cursor weergegeven in de vorm van de poolcoördinaten
R
en
q
.
De opmaakinstelling
RectGC/PolarGC
bepaalt welke variabelen worden
bijgewerkt wanneer u een grafiek plot, de vrij beweegbare cursor
verplaatst, een grafiek volgt of onderzoekt.
Met de opmaakinstelling
RectGC
worden
X
en
Y
aangepast; als de
instelling
CoordOn
werd ingeschakeld, worden
X
en
Y
ook op het
scherm getoond.
Met de opmaakinstelling
PolarGC
worden de variabelen
X
,
Y
,
R
en
q
bijgewerkt; als de instelling
CoordOn
werd ingeschakeld, worden
R
en
q
ook op het scherm weergegeven.