Operation Manual

TI-83 Plus Inductieve statistieken en verdelingen 432
De waarden voor de argumenten invoeren
In de schermen voor inductieve statistieken moet u voor elk argument
een waarde opgeven. Wanneer u niet weet wat een bepaald symbool
van een argument betekent, raadpleeg dan de tabellen
Beschrijving van
de invoerargumenten voor inductieve statistieken.
Wanneer u waarden in een scherm voor inductieve statistieken invoert,
zal de TI-83 Plus deze in het geheugen opslaan zodat u verscheidene
tests of intervallen kunt uitvoeren of berekenen zonder steeds opnieuw
deze waarde te moeten invoeren.
Een alternatieve hypothese (
ƒ
< >) kiezen
In de meeste schermen voor inductieve statistieken voor hypothesetests
wordt u gevraagd één van de drie alternatieve hypotheses te kiezen:
de eerste optie is een alternatieve hypothese
ƒ
, bijvoorbeeld
mƒm
0
voor
Z-Test
.
de tweede optie is een alternatieve hypothese
<
, bijvoorbeeld
m
1<
m
2
voor
2-SampTTest
.
de tweede optie is een alternatieve hypothese
>
, bijvoorbeeld
p1>p2
voor
2-PropZTest
.
Om een alternatieve hypothese te kiezen, verplaatst u de cursor naar het
gewenste alternatief en drukt u vervolgens
Í
.