Operation Manual

TI-83 Plus CATALOG, Hyperbolisch en Tekenreeks-functies 530
1. Druk
ƒ
[
ã
] om het begin van de tekenreeks aan te geven.
2. Voer de tekens van de tekenreeks in.
U kunt hiervoor elke combinatie van cijfers, letters, functienamen
of instructienamen gebruiken.
Als u een spatie wilt invoeren, drukt u
ƒ
O
.
Als u een aantal alfabetische tekens na elkaar wilt invoeren, kunt
u
y
7
indrukken om de alpha-lock te activeren
(vergrendelen van de alfabetische toetsen).
3. Druk
ƒ
[
ã
] om het einde van de tekenreeks aan te geven.
"
tekenreeks
"
4. Druk vervolgens
Í
. Op het basisscherm verschijnt de tekenreeks
nu op de volgende regel (zonder aanhalingstekens). Als de
tekenreeks te lang is om op het scherm te worden weergegeven,
verschijnt er een weglatingsteken (
...
) ter aanduiding dat de
tekenreeks buiten het scherm verder gaat. Als u de volledige
tekenreeks wilt bekijken en doorlopen, moet u
~
en
|
drukken.
Opmerking: de aanhalingstekens worden niet meegeteld als tekens van de
tekenreeks.