Operation Manual

TI-83 Plus Geheugen- en variabelebeheer 672
DuplicateName
1:Rename
Vraagt u de ontvangende variabele een andere naam te
geven.
2:Overwrite
Overschrijft gegevens in de ontvangende duplicaatvariabele.
3:Overwrite All
Overschrijft gegevens in alle ontvangende
duplicaatvariabelen.
4:Omit
Slaat overdracht van versturende variabele over.
5:Quit
Stopt overdracht bij de duplicaatvariabele.
Wanneer u
1:Rename
kiest, wordt de prompt
Name=
weergegeven en is
de vergrendeling van alfanumerieke toetsen ingeschakeld. Voer een
nieuwe variabelenaam in en druk vervolgens op
Í
. De procedure
voor het uit de groep halen wordt hervat.
Wanneer u
2:Overwrite
kiest, worden de gegevens van de
duplicaatvariabele die in het RAM is gevonden overschreven. De
procedure voor het uit de groep halen wordt hervat.
Wanneer u
3: Overwrite All
kiest, worden de gegevens van alle
duplicaatvariabelen die in het RAM zijn gevonden overschreven. De
procedure voor het uit de groep halen wordt hervat.
Wanneer u
4:Omit
kiest, wordt de variabele die in conflict is met de
duplicaatvariabele die in het RAM is gevonden niet uit de groep gehaald.
De procedure voor het uit de groep halen wordt hervat met het volgende
item.