Operation Manual

Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 103
Grafieken definiëren
Grafieken definiërenGrafieken definiëren
Grafieken definiëren
Overeen-komsten tussen de grafische modi van de TI-84 Plus
Overeen-komsten tussen de grafische modi van de TI-84 PlusOvereen-komsten tussen de grafische modi van de TI-84 Plus
Overeen-komsten tussen de grafische modi van de TI-84 Plus
In hoofdstuk 3 vindt u een specifieke beschrijving van het weergeven van de grafiek van
functies, terwijl de procedurestappen voor elke grafische modus van de TI-84 Plus
precies dezelfde zijn. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 worden dan ook de aspecten
beschreven die specifiek zijn voor de grafieken van parametervergelijkingen, grafieken
in poolcoördinaten en grafieken van getallenrijen.
Een grafiek definiëren
Een grafiek definiërenEen grafiek definiëren
Een grafiek definiëren
Wanneer u een grafiek in om het even welke grafische modus wilt definiëren, moet u als
volgt te werk gaan. Sommige procedurestappen zullen echter niet noodzakelijk zijn.
1. Druk z en stel de geschikte grafische modus in.
2. Druk o. U kunt nu één of meer functies in het Y= scherm invoeren, bewerken of
selecteren.
3. Deselecteer de statistische plots (stat plots) indien nodig.
4. Stel de grafiekstijl voor elke functie in.
4. Om de venstervariabelen voor
ZSquare op te
roepen, drukt u p en u ziet de nieuwe
waarden voor de variabelen
Xmin, Xmax, Ymin en
Ymax verschijnen.