Operation Manual
Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 106
• De modus voor de weergave van decimale cijfers Float of 0123456789 (vast) zal een
invloed hebben op de wijze waarop de coördinaten van de grafiek worden
weergegeven.
• De hoekmodus
Radian of Degree bepaalt de manier waarop sommige functies zullen
worden geïnterpreteerd.
• De plotmodus
Connected of Dot beïnvloedt de wijze waarop de grafiek van de
geselecteerde functies wordt geplot.
• De volgordemodus voor de grafieken
Sequential of Simul bepaalt de wijze waarop
de grafieken van functies worden geplot wanneer u meer dan één functie hebt
geselecteerd.
De modi instellen vanuit een programma
De modi instellen vanuit een programmaDe modi instellen vanuit een programma
De modi instellen vanuit een programma
Wanneer u de grafische modus en andere modi vanuit een programma wilt instellen,
moet u in het programmascherm beginnen op een lege regel en als volgt te werk gaan.
1. Druk z om de instellingen van de modus op te roepen.
2. Druk †, ~, | en } om de cursor te verplaatsen tot op de modus die u wilt instellen.
3. Druk Í om de naam van de modus op de huidige positie van de cursor in te
voegen.
De modus zal worden gewijzigd op het ogenblik dat deze instructie in het programma
wordt uitgevoerd.