Operation Manual

Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 124
Y= scherm de functie sin(X) op in de variabele Y1 en druk s. Sla vervolgens cos(X)
op in de variabele
Y2 en druk nogmaals s. De grafiek van de functie in Y2 wordt
boven op de grafiek van
Y1, de eerste functie, geplaatst.
Een familie van krommen plotten
Een familie van krommen plottenEen familie van krommen plotten
Een familie van krommen plotten
Indien u een lijst (zie hoofdstuk 11) als argument in een uitdrukking invoert, dan zal de
TI-84 Plus de grafiek van de functie voor elke waarde in de lijst plotten, zodat een familie
van krommen wordt geplot. In de modus
Simul worden eerst alle functies opeenvolgend
in een grafiek omgezet voor het eerste item in elke lijst, daarna alle functies voor het
tweede item, enzovoort.
Voor de uitdrukking
{2,4,6}sin(X) worden drie functies in een grafiek weergegeven, met
name
2 sin(X), 4 sin(X) en 6 sin(X).