Operation Manual

Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 128
Wanneer u de volgcursor boven of onder het zichtbare venster wordt verplaatst, worden
de waarden van coördinaten niettemin onderaan het scherm overeenkomstig bijgewerkt.
De volgcursor van de ene functie naar de andere verplaatsen
De volgcursor van de ene functie naar de andere verplaatsenDe volgcursor van de ene functie naar de andere verplaatsen
De volgcursor van de ene functie naar de andere verplaatsen
Om de cursor van de ene grafiek van een functie naar de andere te laten overschakelen,
drukt u en }. De cursor verspringt evenwel van de ene grafiek naar de andere in de
volgorde waarin de functies in het Y= scherm werden geselecteerd. De volgcursor zal
hierbij voor elke functie verspringen naar dezelfde waarde voor X. Indien de
opmaakinstelling
ExprOn werd gekozen, zal ook de uitdrukking op het scherm worden
aangepast.
De volgcursor verplaatsen naar een geldige waarde voor X
De volgcursor verplaatsen naar een geldige waarde voor XDe volgcursor verplaatsen naar een geldige waarde voor X
De volgcursor verplaatsen naar een geldige waarde voor X
Om de volgcursor te verplaatsen naar een geldige waarde van X voor de actuele functie,
moet u de waarde invoeren. Wanneer u het eerste cijfer invoert, verschijnt onderaan
links op het scherm een
X= aanwijzer, gevolgd door het getal dat u hebt ingevoerd. U
kunt ook een uitdrukking opgeven na de
X= aanwijzer. De waarde moet echter wel een
De volgcursor op kromme