Operation Manual

Hoofdstuk 4: Grafieken van parametervergelijkingen 153
onafhankelijke variabele in een parametervergelijking is T. In de grafiekmodus Par kunt u
de parametervariabele T op de volgende twee manieren invoeren:
•druk ;
•druk ƒ [
T].
Aan de hand van de twee componenten X en Y definieert u een enkelvoudige
parametervergelijking. U moet dus beide componenten opgeven.
Parameter-vergelijkingen selecteren en deselecteren
Parameter-vergelijkingen selecteren en deselecterenParameter-vergelijkingen selecteren en deselecteren
Parameter-vergelijkingen selecteren en deselecteren
De TI-84 Plus zal alleen de grafieken plotten voor de parametervergelijkingen die
werden geselecteerd. In het Y= scherm staat een parametervergelijking geselecteerd
als het
=-teken van zowel de X- als de Y-component gemarkeerd is. U kunt alle of één
van de vergelijkingen
X1T en Y1T tot en met respectievelijk X6T en Y6T selecteren.
Als u de selectiestatus wilt wijzigen, moet u de cursor verplaatsen tot op het =-teken van
ofwel de X- of de Y-component en vervolgens Í drukken. De selectiestatus van
zowel de X- als de Y-component wordt omgeschakeld (aan/uit).
De venster-variabelen instellen
De venster-variabelen instellenDe venster-variabelen instellen
De venster-variabelen instellen
Wanneer u de waarden van de venstervariabelen wilt bekijken, moet u p drukken.
Aan de hand van deze variabelen wordt het uitleesvenster gedefinieerd. De