Operation Manual

Hoofdstuk 6: De grafiek van getallenrijen plotten 171
de onafhankelijke variabele nde naam van de laatste functie voor getallenrijen,
bijvoorbeeld
u(nN1)
de naam van de voorlaatste functie voor getallenrijen die de laatste functie
voorafgaat, bijvoorbeeld
u(nN2)
de laatste naam van de functie voor getallenrijen of de voorlaatste functienaam die
in een andere functie voor getallenrijen de laatste functienaam voorafgaat,
bijvoorbeeld
u(nN1) en u(nN2) wanneer hiernaar wordt verwezen in v(n).
Opmerking: de beschrijving in dit hoofdstuk over de functienaam u(n) is eveneens van
toepassing op
v(n) en w(n); wat geldt voor u(nN1 zal eveneens van toepassing zijn op
v(nN1) en w(nN1); wat geldt voor u(nN2) is overeenkomstig ook van toepassing op v(nN2)
en
w(nN2).
Het Y= scherm voor getallenrijen oproepen
Het Y= scherm voor getallenrijen oproepenHet Y= scherm voor getallenrijen oproepen
Het Y= scherm voor getallenrijen oproepen
Nadat u de Seq-modus hebt gekozen, drukt u o om het Y= scherm voor de
getallenrijen op te roepen.
In dit scherm kunt u de getallenrijen voor
u(n), v(n) en w(nn) weergeven en invoeren.
Hierin kunt u eveneens de waarde voor
nMin wijzigen. nMin is de venstervariabele voor
getallenrijen die bepaalt welke minimumwaarde
n zal hebben wanneer deze wordt
berekend.