Operation Manual

Hoofdstuk 6: De grafiek van getallenrijen plotten 175
Voor recursieve getallenrijen moet u één of meer beginwaarden invoeren, omdat de
functie verwijst naar niet-gedefinieerde items.
Indien elk item in de getallenrij wordt gedefinieerd aan de hand van de eerste
recursiefunctie, bijvoorbeeld
u(nN1), dan moet u een beginwaarde voor het eerste
item opgeven.
Indien elk item in de getallenrij wordt gedefinieerd aan de hand van de tweede
recursiefunctie, bijvoorbeeld
u(nN2), dan moet u beginwaarden voor de eerste twee
items invoeren. Voer de beginwaarden steeds in de vorm van een lijst tussen
accolades ({ }) in en gebruik komma's als scheidingsteken voor de verschillende
waarden.
Voor de getallenrij
u(n) is de waarde van het eerste item 0 en de waarde voor het tweede
item 1.
De venster-variabelen instellen
De venster-variabelen instellenDe venster-variabelen instellen
De venster-variabelen instellen
Wanneer u de waarden van de venstervariabelen wilt bekijken, moet u p drukken.
Aan de hand van deze variabelen wordt het uitleesvenster gedefinieerd. De