Operation Manual

Hoofdstuk 1: Bediening van de TI-84 Plus Silver Edition 21
y |
Verplaatst de cursor naar het begin van de uitdrukking.
y ~
Verplaatst de cursor naar het einde van de uitdrukking.
Í
Werkt een uitdrukking uit of voert een instructie uit.
Wist, op een regel met tekst in het basisscherm, de actuele regel.
Wist, op een lege regel in het basisscherm, het gehele basisscherm.
In een bewerkingsscherm zal de uitdrukking of de waarde waarop de
cursor staat, gewist worden; de waarde nul wordt echter niet opgeslagen.
{
Wist het teken op de positie van de cursor; deze toets is een repeterende
toets.
y 6
Verandert de cursor in een onderstreping (__); voegt tekens in vóór de
onderstrepingscursor; om het invoegen te beëindigen, drukt u op
y6
of op
|, }, ~ of .
y Verandert de cursor in Þ; de volgende toetsaanslag voert de tweede
functie van de toets uit (de bewerking staat in het blauw aangeduid links
boven de overeenkomstige toets); om de tweede functie uit te schakelen,
drukt u opnieuw op y.
ƒ Verandert de cursor in Ø; de volgende toetsaanslag zal een alfanumeriek
teken (aangeduid in het groen rechts boven de overeenkomstige toets)
invoegen of de SOLVE-bewerking starten (zie hoofdstukken 10 en 11); als
u de status ƒ wilt uitschakelen, drukt u ƒ, |, }, ~ of .
y 7 Verandert de cursor in Ø; schakelt vergrendeling van de alfanumerieke
toetsen in; bij volgende toetsaanslagen (op een alfanumerieke toets)
worden alfanumerieke tekens ingevoegd; om de vergrendeling op te
heffen, drukt u op ƒ. Indien u gevraagd wordt een naam in te voeren,
bijvoorbeeld voor een groep of een programma, wordt de vergrendeling
van de alfanumerieke toetsen automatisch ingesteld.
Toets(en) Resultaat