Operation Manual

Hoofdstuk 17: Activiteiten 542
Procedure
ProcedureProcedure
Procedure
1. Druk op z. Kies de opties
Par, Simul en gebruik de standaardinstellingen. Met de
modus
Simul wordt de beweging van de twee voorwerpen in de tijd gesimuleerd.
2. Druk op p. Stel de venstervariabelen als volgt in:
3. Druk op o. Zet alle functies en statistische plots uit. Voer de uitdrukkingen in die het
pad van het reuzenrad en het pad van de bal beschrijven. Kies als grafiekstijl van
X2T de instelling ë (pad).
Opmerking: u kunt ook ë X1T en ì X2T als grafiekstijlen kiezen, waardoor als het ware
een schuitje op het reuzenrad verschijnt en de bewegende bal wordt afgebeeld wanneer
u s drukt.
4. Druk op s om de grafieken van de vergelijkingen af te beelden. Kijk aandachtig
toe tijdens het plotten. Merk op dat de bal en de persoon in het reuzenrad blijkbaar het
dichtst bij elkaar zijn op het punt waar de banen elkaar snijden in het boven-rechter
kwadrant van het reuzenrad.
Tmin=0
Tmax=12
Tstep=.1
Xmin=
L13
Xmax=34
Xscl=10
Ymin=0
Ymax=31
Yscl=10