Operation Manual

Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 143
4. Druk | of ~ (of voer een waarde in) om een punt te selecteren dat zich tussen de
grenzen in de nabijheid van de nulwaarde van de functie bevindt en druk vervolgens
Í.
De cursor zal op het resultaat van de berekening staan en op het scherm verschijnen de
coördinaten, ook wanneer de opmaakinstelling
CoordOff werd gekozen. Als u wilt
overschakelen naar dezelfde x-waarde in de grafiek van andere geselecteerde functies,
drukt u } of . Als u de vrij beweegbare cursor opnieuw wilt instellen, drukt u | of ~.
minimum, maximum
minimum, maximumminimum, maximum
minimum, maximum
minimum en maximum berekenen respectievelijk de minimum- en maximumwaarde van
een functie binnen een opgegeven interval met een tolerantie van 1âL5.
Wanneer u minimum- of maximumwaarde van een functie wilt zoeken, moet u als volgt
te werk gaan.
1. Kies in het menu
CALCULATE de optie 3:minimum of 4:maximum. De actuele grafiek
wordt weergegeven.
2. Kies de functie, stel de linkergrens en rechtergrens in en geef een testwaarde op
zoals beschreven voor de functie
zero.