Operation Manual

Hoofdstuk 5: Grafieken in poolcoördinaten pltten 164
De opmaak van de grafiek instellen
De opmaak van de grafiek instellenDe opmaak van de grafiek instellen
De opmaak van de grafiek instellen
Wanneer u de actuele instellingen voor de grafiekopmaak wilt oproepen, moet u y
. drukken. In hoofdstuk 3 vindt u een gedetailleerde beschrijving van de
opmaakinstellingen. De andere grafiekmodi zullen deze opmaakinstellingen gebruiken.
Een grafiek tonen
Een grafiek tonenEen grafiek tonen
Een grafiek tonen
Wanneer u s drukt, zal de TI-84 Plus de grafiek van de geselecteerde
vergelijkingen in poolcoördinaten plotten. Daarbij wordt R voor elke waarde van q (van
q
min tot qmax met tussenstappen van qstep) berekend en wordt een grafiek geplot aan
de hand van elk punt. De venstervariabelen bepalen de weergave van het
uitleesvenster.
Terwijl de grafiek wordt geplot, worden de waarden van X, Y, R en q bijgewerkt.
U kunt de Smart Graph functie ook voor grafieken in poolcoördinaten gebruiken .
Venster-variabelen en de menu’s Y-VARS
Venster-variabelen en de menu’s Y-VARSVenster-variabelen en de menu’s Y-VARS
Venster-variabelen en de menu’s Y-VARS
In het basisscherm of een programma kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
functies in de vorm van een variabele gebruiken aan de hand van de naam van de
vergelijking.