Operation Manual

Hoofdstuk 6: De grafiek van getallenrijen plotten 172
In het Y= scherm voor getallenrijen verschijnt de waarde van nMin omdat deze van
belang is voor het invullen van
u(nMin), v(nMin) en w(nMin), de overeenkomstige
beginwaarden voor de vergelijkingen van de getallenrijen
u(n), v(n) en w(n).
nMin heeft in het Y= scherm dezelfde waarde als nMin in het vensterscherm. Wanneer u
een nieuwe waarde voor
nMin opgeeft in het ene scherm, wordt deze nieuwe waarde
automatisch in de beide schermen in
nMin opgeslagen.
Opmerking: gebruik de variabelen u(nMin), v(nMin) of w(nMin) alleen voor een
recursieve getallenrij waarvoor een beginwaarde is vereist.
Een grafiekstijl kiezen
Een grafiekstijl kiezenEen grafiekstijl kiezen
Een grafiekstijl kiezen
De pictogrammen links van
u(n), v(n) en w(n) geven de grafiekstijl voor elke getallenrij
weer (zie hoofdstuk 3). De standaardinstelling in de Seq-modus is í (beeldpunten),
waarbij discrete waarden worden weergegeven. Voor de grafiek van een functie voor
getallenrijen kunt u een grafiekstijl kiezen uit de volgende beschikbare opties:
beeldpunten, ç (lijn) en è (dik).
Functies voor getallenrijen selecteren en deselecteren
Functies voor getallenrijen selecteren en deselecterenFuncties voor getallenrijen selecteren en deselecteren
Functies voor getallenrijen selecteren en deselecteren
De TI-84 Plus zal alleen de grafieken plotten voor de functies voor getallenrijen die
werden geselecteerd. In het Y= scherm staat een functie voor getallenrijen geselecteerd
als het
=-teken van zowel u(n)= als u(nMin)= gemarkeerd staat.
Als u de selectiestatus van een functie voor getallenrijen wilt wijzigen, moet u de cursor
verplaatsen tot op het
=-teken van de functienaam en vervolgens Í drukken.
Automatisch wordt de status omgeschakeld voor zowel de functie voor getallenrijen
u(n)
als voor de overeenkomstige beginwaarde
u(nnMin).