Operation Manual

Hoofdstuk 6: De grafiek van getallenrijen plotten 179
U kunt de Smart Graph functie ook voor grafieken van getallenrijen gebruiken (zie
hoofdstuk 3).
Grafieken van getallenrijen onderzoeken
Grafieken van getallenrijen onderzoekenGrafieken van getallenrijen onderzoeken
Grafieken van getallenrijen onderzoeken
De vrij beweegbare cursor
De vrij beweegbare cursorDe vrij beweegbare cursor
De vrij beweegbare cursor
U kunt de vrij beweegbare cursor in de grafiekmodus Seq precies op dezelfde manier
gebruiken als in de grafiekmodus Func. Als u in de
RectGC-opmaak de cursor verplaatst,
worden de waarden van X en Y bijgewerkt; indien de
CoordOn-opmaak geselecteerd
staat, worden de X- en Y-waarden weergegeven. In de
PolarGC-opmaak worden de
variabelen X, Y, R en q bijgewerkt; indien de
CoordOn-opmaak geselecteerd staat,
worden de R- en q-waarden weergegeven.
TRACE
TRACETRACE
TRACE
De instellingen voor de opmaak van de assen zal bepalend zijn voor het resultaat van de
TRACE functie.
Wanneer u
Time, uv, vw of uw als instellingen voor de opmaak van de assen hebt
gekozen en de
TRACE functie hebt geactiveerd, kunt u de volgcursor telkens één
PlotStep over de grafiek van de getallenrij verplaatsen. Als u de cursor telkens vijf
geplotte punten wilt laten verspringen, moet u drukken y ~ of y |.
Wanneer u de volgprocedure begint, bevindt de volgcursor zich op de eerst
geselecteerde getallenrij ter hoogte van het item in de getallenrij waarvan het
nummer werd opgegeven in
PlotStart, zelfs indien dit item buiten de reikwijdte van
het uitleesvenster staat.