Operation Manual

Hoofdstuk 10: Matrices 249
De toetsen tijdens de bewerkings-modus
De toetsen tijdens de bewerkings-modusDe toetsen tijdens de bewerkings-modus
De toetsen tijdens de bewerkings-modus
Matrices in uitdrukkingen gebruiken
Matrices in uitdrukkingen gebruikenMatrices in uitdrukkingen gebruiken
Matrices in uitdrukkingen gebruiken
Een matrix in een uitdrukking gebruiken
Een matrix in een uitdrukking gebruikenEen matrix in een uitdrukking gebruiken
Een matrix in een uitdrukking gebruiken
Als u een matrix in een uitdrukking wilt gebruiken, kunt u als volgt te werk gaan.
Kopieer de naam vanuit het menu
MATRX NAMES.
Vraag de inhoud van de matrix op in de uitdrukking met behulp van de functie y
K (zie hoofdstuk 1).
Toets Functie
| of ~
Verplaatst de bewerkingscursor in het getal van de waarde.
of }
Slaat de waarde die op de onderste regel staat weergegeven op in het
matrixelement; schakelt over naar de weergavemodus en verplaatst de
rechthoekige cursor in de kolom.
Í
Slaat de waarde die op de onderste regel staat weergegeven op in het
matrixelement; schakelt over naar de weergavemodus en verplaatst de
rechthoekige cursor naar het volgende element in de rij.
Wist de waarde die op de onderste regel staat weergegeven.
Invoer van een
teken
Voegt het teken in op de positie van de bewerkingscursor op de onderste
regel.
y 6
Activeert de cursor waarmee u tekens kunt tussenvoegen.
{
Wist het teken dat zich onder de bewerkingscursor op de onderste regel
bevindt.