Operation Manual

Hoofdstuk 10: Matrices 256
Machten
MachtenMachten
Machten
Wanneer u een matrix tot een macht wilt verheffen, moet
matrix een vierkante matrix zijn.
Hiervoor kunt u
2
(¡),
3
(menu MATH) of ^macht ( voor macht tussen 0 en 255)
gebruiken.
matrix
2
matrix
3
matrix^macht
Vergelijkings-operatoren
Vergelijkings-operatorenVergelijkings-operatoren
Vergelijkings-operatoren
Wanneer u twee matrices wilt vergelijken met behulp van de vergelijkingsoperatoren
=
en ƒ (menu
TEST), moeten de matrices dezelfde dimensies hebben. De operatoren = en
ƒ
vergelijken matrixA met matrixB element per element. De andere vergelijkingsoperatoren
kunt u niet voor matrices gebruiken.
matrixA=matrixB resulteert in 1 indien elke vergelijking waar is; deze vergelijking geeft 0 als
resultaat wanneer om het even welke vergelijking onwaar is.