Operation Manual

Hoofdstuk 1: Bediening van de TI-84 Plus Silver Edition 30
Opmerkingen over variabelen
Opmerkingen over variabelenOpmerkingen over variabelen
Opmerkingen over variabelen
U kunt zoveel lijstnamen creëren als het geheugen kan bevatten (zie hoofdstuk 11).
Programma’s hebben door de gebruiker gedefinieerde namen en delen geheugen
met variabelen (zie hoofdstuk 16).
Vanaf het basisscherm of vanuit een programma kunt u waarden voor matrices
(hoofdstuk 10), lijsten (hoofdstuk 11), strings (hoofdstuk 15), systeemvariabelen
zoals
Xmax (hoofdstuk 1), TblStart (Chapter 7) en alle Y= functies (hoofdstuk 3, 4, 5
en 6) opslaan.
Vanuit een editor kunt u waarden voor matrices, lijsten en
Y= functies opslaan
(hoofdstuk 3).
Vanuit het basisscherm, een programma of een editor kunt u een waarde voor een
matrixelement of een lijstelement opslaan.
U kunt de instructies in het menu DRAW STO gebruiken om tekeningen en
gegevensbestanden van grafieken op te slaan en op te roepen (zie hoofdstuk 8).
Hoewel de meeste variabelen gearchiveerd kunnen worden, kunnen
systeemvariabelen, met inbegrip van r, t, x, y en q niet gearchiveerd worden
(hoofdstuk 18)
Apps zijn onafhankelijke toepassingen die zijn opgeslagen in Flash ROM. AppVars is
een opbergplaats voor variabelen, die gebruikt wordt voor het opslaan van
variabelen die gecreëerd zijn door onafhankelijke toepassingen. Het is niet mogelijk
variabelen te bewerken of te wijzigen in
AppVars tenzij u dit doet via de toepassing
waarmee ze gecreëerd werden.