Operation Manual

Hoofdstuk 4: Grafieken van parametervergelijkingen 152
Het Y= scherm voor parameter-vergelijkingen oproepen
Het Y= scherm voor parameter-vergelijkingen oproepenHet Y= scherm voor parameter-vergelijkingen oproepen
Het Y= scherm voor parameter-vergelijkingen oproepen
Nadat u de grafiekmodus Par hebt gekozen, drukt u o om het Y= scherm voor
parametervergelijkingen op te roepen.
In dit scherm kunt u zowel de X- en Y-componenten van maximum zes vergelijkingen
bekijken en invoeren:
X1T en Y1T tot en met respectievelijk X6T en Y6T. Elk item in deze
lijst wordt gedefinieerd in functie van de onafhankelijke variabele T. Grafieken van
parametervergelijkingen worden vaak gebruikt om vergelijkingen die met de tijd
veranderen grafisch weer te geven.
Een grafiekstijl kiezen
Een grafiekstijl kiezenEen grafiekstijl kiezen
Een grafiekstijl kiezen
De pictogrammen links van
X1T tot en met X6T geven de grafiekstijl voor elke
parametervergelijking weer. De standaardinstelling in de Par-modus is (lijn),
waarbij de geplotte punten op het scherm met elkaar worden verbonden. Voor de grafiek
van een parametervergelijking kunt u een grafiekstijl kiezen uit de volgende beschikbare
opties: lijn, è (dik), ë (pad), ì (beweging) en í (beeldpunten).
Parameter-vergelijkingen definiëren en bewerken
Parameter-vergelijkingen definiëren en bewerkenParameter-vergelijkingen definiëren en bewerken
Parameter-vergelijkingen definiëren en bewerken
Wanneer u een parametervergelijking wilt definiëren of bewerken, volgt u de procedure
die in hoofdstuk 3 werd beschreven voor het definiëren of bewerken van een functie. De