Operation Manual

Hoofdstuk 11: Lijsten 278
1. Druk ƒ [ã], voer de formule in (deze moet een lijst als resultaat hebben) en druk
vervolgens nogmaals ƒ [ã].
Opmerking: wanneer u meer dan één lijstnaam in een formule gebruikt, moet elke
lijst dezelfde dimensie (aantal elementen) hebben.
2. Druk ¿.
3. Voer de naam in van de lijst waaraan u de formule wilt koppelen.
•Druk y en vervolgens op de toets voor een TI-84 Plus -lijstnaam van
L1 tot en
met
L6.
•Druk y 9 en kies in het menu
LIST NAMES een gebruikerslijstnaam.
Als u een gebruikerslijstnaam rechtstreeks wilt invoeren, moet u eerst het Ù-
symbool invoeren.
4. Druk Í.
Opmerking: in het STAT LIST scherm verschijnt een formulevergrendelingssymbool naast
elke lijstnaam waaraan een formule werd gekoppeld. In hoofdstuk 12 vindt u een
gedetailleerde beschrijving van hoe u het
STAT LIST scherm kunt gebruiken om formules
aan lijsten te koppelen, gekoppelde formules te bewerken en formules die aan lijsten
werden gekoppeld, kunt opheffen of loskoppelen.