Operation Manual

Hoofdstuk 12: Statistieken 336
Voor elke optie in het menu STAT CALC geldt de regel dat als u Xlijstnaam en Ylijstnaam niet
opgeeft, de standaardlijstnamen
L1 en L2 zullen worden toegepast. Als u het argument
freqlijst niet opgeeft, is de standaardinstelling voor de frequentie van elk element in de
lijst 1.
De frequentie van de gegevens-punten
De frequentie van de gegevens-puntenDe frequentie van de gegevens-punten
De frequentie van de gegevens-punten
Voor de meeste opties in het menu
STAT CALC kunt u de een lijst van de frequenties van
de gegevens aangeven (
freqlijst).
Elk element in
freqlijst geeft aan hoeveel keer het overeenkomstige gegevenspunt of
gegevenspaar voorkomt in de gegevensreeks waarvoor u de analyse uitvoert.
Als bijvoorbeeld
L1={15,12,9,15} en ÙFREQ={1,4,1,3}, dan zal de TI-84 Plus de instructie
1-Var Stats L1, ÙFREQ als volgt interpreteren: 15 komt één keer voor, 12 komt vier maal
voor, 9 één maal en 15 drie maal.
Elk element in
freqlijst moet 0 zijn en tenminste één element in deze lijst moet > 0 zijn.
Een
freqlijst kan niet gehele getallen bevatten. Dit is handig wanneer u frequenties
invoert in de vorm van procenten of fractionele gedeelten die samen 1 vormen. Als
freqlijst echter frequenties bevat die geen gehele getallen zijn, zullen Sx en Sy niet
gedefinieerd worden; de waarden van
Sx en Sy worden in de statistische resultaten niet
weergegeven.
1-Var Stats
1-Var Stats1-Var Stats
1-Var Stats
1-Var Stats (één-dimensionale statistische gegevens) analyseert de gegevens aan de
hand van één gemeten variabele. Elk element in
freqlijst is de frequentie van elk