Operation Manual

Hoofdstuk 16: Programmeren 468
kies een item in het menu, waardoor dit in de actuele opdrachtregel wordt ingevoerd;
•druk .
Als u klaar bent met het invoeren van een opdrachtregel drukt u Í. De cursor wordt
automatisch naar de volgende opdrachtregel verplaatst.
In programma's kunt u gebruik maken van variabelen, lijsten, matrices en tekenreeksen
die in het geheugen worden opgeslagen. Wanneer een programma een nieuwe waarde
toekent aan een variabele, lijst, matrix of tekenreeks, wordt tijdens de uitvoering van het
programma de waarde in het geheugen gewijzigd.
U kunt in een programma ook andere programma's oproepen in de vorm van een
subroutine.
Een programma uitvoeren
Een programma uitvoerenEen programma uitvoeren
Een programma uitvoeren
Als u een programma wilt uitvoeren, moet u ervoor zorgen dat u zich in het basisscherm
bevindt en de regel leeg is. Ga nu als volgt te werk.
1. Druk om het menu
PRGM EXEC op te roepen.
2. Kies in het menu
PRGM EXEC een programmanaam. In het basisscherm wordt
automatisch
prgmnaam ingevoegd (bijvoorbeeld prgmCYLINDER).
3. Druk nu Í om dit programma uit te voeren. Terwijl het programma wordt
uitgevoerd, verschijnt de aanduiding op het scherm dat de rekenmachine aan het
berekenen is (bezig-aanduiding).
De variabele Last Answer (
Ans) (laatste resultaat) verandert in de loop van de uitvoering
van het programma, zodat u steeds de opdracht
Ans in een opdrachtregel kunt invoeren.