Operation Manual

Hoofdstuk 16: Programmeren 499
Opmerkingen over het oproepen van andere programma's
Opmerkingen over het oproepen van andere programma'sOpmerkingen over het oproepen van andere programma's
Opmerkingen over het oproepen van andere programma's
Alle variabelen zijn globale variabelen.
Het
label dat wordt gebruikt in de Goto- en Lbl-instructies is een lokale variabele binnen
het programma waarin dit wordt toegekend. Het
label dat in het ene programma wordt
gedefinieerd, kunt u echter niet in het andere programma gebruiken. U kunt dus geen
gebruik maken van de
Goto-instructie om een sprong naar een label in een ander
programma te maken.
Met de instructie
Return kunt u een subroutine verlaten en terugkeren naar het
oproepende programma, zelfs wanneer deze instructie zich in geneste lussen bevindt.
Een assembleertaalprogramma uitvoeren
Een assembleertaalprogramma uitvoerenEen assembleertaalprogramma uitvoeren
Een assembleertaalprogramma uitvoeren
Het is mogelijk programma’s uit te voeren die voor de TI-84 Plus geschreven zijn in
assembleertaal. Assembleertaalprogramma’s zijn in het algemeen veel sneller en bieden
meer controlemogelijkheden dan de via het toetsenbord ingevoerde programma’s die u in
de ingebouwde programma-editor kunt schrijven.
Opmerking: een assembleertaalprogramma heeft meer controle over de rekenmachine,
wat echter ook inhoudt dat, indien uw assembleertaalprogramma (een) fout(en) bevat,
dit ertoe kan leiden dat de rekenmachine alle gegevens, programma’ en toepassingen
die in het geheugen zijn opgeslagen reset en dus verliest.
Wanneer u een assembleertaalprogramma download, wordt het bij de andere
programma’s opgeslagen als een
PRGM menu-optie. U kunt:
Het programma verzenden met behulp van de communicatiepoort van de TI-84 Plus
(hoofdstuk 19).