Operation Manual

Hoofdstuk 17: Activiteiten 515
3. Druk op |, ~, } en om de vrij
beweegbare cursor te verplaatsen naar
de positie waar zich de top lijkt te
bevinden.
Terwijl u de cursor verplaatst, zullen de
X- en Y-coördinaten automatisch worden
aangepast.
4. Druk op r. De volgcursor verschijnt
op de grafiek
Y1.
De functie waarvan u de grafiek volgt,
staat links bovenaan weergegeven.
5. Druk op | en ~ om de grafiek van
Y1 te
volgen, waarbij telkens de waarde van
Y1 voor elke X-waarde wordt berekend.
U kunt ook een schatting voor de
X-
waarde
van het maximum opgeven.
6. Druk op
3 Ë 8. Wanneer u een
numerieke toets indrukt terwijl u de
TRACE functie gebruikt, zal de X= prompt
links onderaan worden weergegeven.
7. Druk op Í.
De volgcursor verspringt nu naar de
positie op de grafiek
Y1 die werd
berekend voor de waarde van
X die u
zonet hebt opgegeven.