Operation Manual

Hoofdstuk 18: Geheugen- en variabelenbeheer 568
Archiveren en dearchiveren kan op twee manieren gedaan worden:
Gebruik de commando’s
5:Archive of 6:UnArchive uit het menu MEMORY of de
CATALOG.
Gebruik een bewerkingsscherm van Geheugenbeheer.
Gebruik voordat u variabelen archiveert of dearchiveert, in het bijzonder variabelen met
een groot aantal bytes (zoals grote programma’s), het menu
MEMORY om:
De grootte van de variabele te bepalen.
Apps Toepassingen zie
Opmerking
boven
nee
AppVars Toepassings-
variabelen
ja ja
Groepen zie Opmer-
king boven
nee
Variabelen met
gereserveerde
namen
minX, maxX,
RegEQ en andere
nee n.v.t.
Systeem-
variabelen
Xmin, Xmax en
andere
nee n.v.t.
Variabeletype Namen
Archiveren?
(ja/nee)
Dearchiveren?
(ja/nee)