Operation Manual

Appendix A: Tabellen en referentie-informatie 612
instellingen voor modus, format of tabellen alleen in het scherm wanneer u zich in de
programma-editor bevindt.
Functie of instructie/
argumenten Resultaat
Toets of
toetsen/menu of
scherm/optie
abs(waarde) Berekent de absolute
waarde van een reëel
getal, een uitdrukking, lijst
of matrix.
NUM
1:abs(
abs(complexe waarde) Geeft de resultante van
een complex getal of lijst.
CPX
5:abs(
waardeA and waardeB Geeft 1 indien zowel
waardeA als waardeB
ƒ 0
zijn. waardeA en waardeB
kunnen hierbij reële
getallen, uitdrukkingen of
lijsten zijn.
y :
LOGIC
1:and
angle(waarde) Geeft de hoek in
poolcoördinaten van een
complex getal of een lijst
van complexe getallen.
CPX
4:angle(
ANOVA(lijst1,lijst2
[,lijst3,...,lijst20])
Voert een variantie-
analyse uit om de
gemiddelden van twee tot
20 populaties met elkaar
te vergelijken.
TESTS
H:ANOVA(
Ans Geeft het laatste
antwoord.
y Z