Operation Manual
Hoofdstuk 2: Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 69
3. Druk Í of †. Het interactieve vergelijkingsscherm wordt weergegeven.
• De vergelijking die werd opgeslagen in
eqn verschijnt nu op de bovenste regel
en is gelijk aan nul.
• De variabelen in de vergelijking worden weergegeven in de volgorde waarin
deze in de vergelijking voorkomen. De waarden die in de getoonde variabelen
werden opgeslagen, worden eveneens weergegeven.
• De standaardwaarden voor de onder- en bovengrens verschijnen op de laatste
regel in het scherm (
bound={L1â99,1â99}).
• Het symbool $ wordt op de onderste regel in de eerste kolom weergegeven
wanneer het vergelijkingsscherm meer regels bevat dan op het scherm kunnen
worden getoond.
Opmerking: als u de vergelijkingsoplosser wilt gebruiken om een vergelijking als
bijvoorbeeld
K=.5MV
2
te bereken, moet u eqn:0=KN.5MV
2
invoeren in het
vergelijkingsscherm.
Waarden voor variabelen invoeren en bewerken
Waarden voor variabelen invoeren en bewerkenWaarden voor variabelen invoeren en bewerken
Waarden voor variabelen invoeren en bewerken
Wanneer u een waarde voor een variabele invoert in het interactieve oplosserscherm,
wordt de nieuwe waarde in deze variabele in het geheugen opgeslagen.
U kunt ook een uitdrukking invoeren als de waarde voor deze variabele. Deze wordt dan
berekend wanneer u overschakelt naar de volgende variabele. Uitdrukkingen moeten
steeds reële getallen als resultaat opleveren in elke fase van de iteratie.