Operation Manual

Hoofdstuk 2: Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 74
De standaardwaarde voor ondergrens is L1â99. De standaardwaarde voor bovengrens is
1â99.
solve(uitdrukking,variabele,testwaarde[,{ondergrens,bovengrens}])
Er wordt verondersteld dat uitdrukking gelijk is aan nul. De waarde in variabele zal niet in
het geheugen worden aangepast.
testwaarde kan een waarde of een lijst van twee
waarden zijn. De waarden moeten voor elke variabele in
uitdrukking worden opgeslagen,
met uitzondering van de ongekende
variabele, vooraleer uitdrukking wordt berekend. U
moet
ondergrens en bovengrens opgeven in de vorm van een lijst.