Operation Manual

90
Hoofdstuk 5: Grafieken van functies
05FUNC.DOC Chantall Revised: 08/22/97 2:37 PM Printed: 08/22/97 2:37 PM Page 90 of 1605FUNC.DOC Chantall Revised: 08/22/97 2:37 PM Printed: 08/22/97 2:37 PM Page 90 of 16
Teken stijl Karakteristieken van de getekende grafiek van een functie
»
Lijn
Een niet-onderbroken lijn die de punten met elkaar verbindt; dit is de
standaardinstelling in de
Connected
-mode
¼
Dik
Een vette niet-onderbroken lijn die de punten met elkaar verbindt
¾
Boven
Arceert de oppervlakte boven de grafiek
¿
Onder
Arceert de oppervlakte onder de grafiek
À
Pad
Een cirkelvormige cursor die over de grafiek van een functie loopt en daarbij een
baan tekent
Á
Animeren
Een cirkelvormige cursor die over de grafiek van een functie loopt en daarbij geen
baan tekent
Â
Stip
Een kleine stip toont elk getekend punt; dit is de standaardinstelling in de
Dot
-mode
Selecteer
GrStl(
uit
CATALOG
(alfabetische referentie) voor het instellen van de tekenstijl in een
programma.
¾
(arcering boven) en
¿
(arcering onder) zijn grafisch
alleen in
Func
beschikbaar.
Â
(stip) is, met uitzondering van
de
DifEq
-mode in elke grafische
mode beschikbaar.