Operation Manual

Hoofdstuk 5: Grafieken van functies
93
05FUNC.DOC Chantall Revised: 08/22/97 2:37 PM Printed: 08/22/97 2:37 PM Page 93 of 1605FUNC.DOC Chantall Revised: 08/22/97 2:37 PM Printed: 08/22/97 2:37 PM Page 93 of 16
Ophalen van de venstereditor
Selecteer
WIND
uit het
GRAPH
-menu (6 ') om de
venstereditor op te halen. Elke grafische instelling heeft een
eigen venstereditor. De venstereditor rechts toont de
standaardwaarden in de grafische instelling
Func
. $ betekent
dat
xRes=1
(x-resolutie) onder
yScl
in de venstereditor staat.
Wijzigen van de waarde van een venstervariabele
1
Haal de venstereditor op.
2
Zet de cursor op de te wijzigen venstervariabele.
3
Wijzig de waarde. Dit kan een expressie zijn.
4
Berekend de waarde van iedere expressie en sla
die waarde op.
6
'
#
#
#
0
b
of
#
Om de waarde van een venstervariabele op het beginscherm of uit de programma-editor te
wijzigen, moet de nieuwe waarde worden ingevoerd en moet X worden ingedrukt. Kies de
venstervariabele uit het scherm venstervariabelen (-w//
WIND
) of voer deze
met de ALPHA- en alphatoetsen in en druk vervolgens op b.
Instellen van tekennauwkeurigheid met @x en @y
De venstervariabelen
@
x
en
@
y
bepalen de afstand van het middelpunt van een pixel tot het
middelpunt van een aangrenzende pixel. Bij het tekenen van een grafiek worden de waarden van
@
x
en
@
y
berekend uit
xMin
,
xMax
,
yMin
en
yMax
waarbij gebruik wordt gemaakt van volgende
formules:
@
x
=(xMin+xMax)/126
@
y
=(yMin+yMax)/62
Om te kunnen tekenen moeten
xMin
<
xMax
en
yMin
<
yMax
waa
r
zijn.
In het voorbeeld wordt
yMin
gelijkgesteld aan
0
.