Operation Manual

Hoofdstuk 6: Grafische hulpmiddelen
101
06TOOLS.DOC 6 Raquel Revised: 26/08/97 18:10 Printed: 26/08/97 18:11 Page 101 of 2606TOOLS.DOC 6 Raquel Revised: 26/08/97 18:10 Printed: 26/08/97 18:11 Page 101 of 26
EVAL
Geeft de
Eval
x=
-prompt weer. Berekent de functiewaarde voor de ingevoerde waarde van
x
STPIC
Geeft de
Name=
-prompt en het
PIC
-menu weer. Gebruik deze prompt voor het invoeren van
een
PIC
-variabele
RCPIC
Geeft de
Name=
-prompt en het
PIC
-menu weer. Gebruik dit menu om een
PIC
-variabele
opnieuw op te roepen
Gebruik van de vrij bewegende cursor
Als
GRAPH
uit het
GRAPH
-menu wordt gekozen, wordt een
grafiek weergegeven met de vrij bewegende cursor in het
midden van het grafische scherm.
Druk op
"
,
#
,
!
of
$
om de cursor te verplaatsen. De
cursor verschijnt als een plusteken met een knipperend
middenpixel dat zich in de richting aangegeven op de
ingedrukte cursortoets verplaatst.
In
RectGC
past elke cursorbeweging de waarden van
x
en
y
aan. In
PolarGC
past elke
cursorbeweging de waarden van
x
,
y
,
R
en
q
aan.
In
CoordOn
worden de cursorcoördinaten bij het verplaatsen van de cursor onderin het
scherm weergegeven.
Tekennauwkeurigheid van de grafiek
De coördinaten die tijdens het verplaatsen van de cursor worden weergegeven, benaderen de
exacte berekende wiskundige coördinaten met een nauwkeurigheid binnen de breedte en
hoogte van de pixel. Indien het verschil tussen
xMin
en
xMax
en tussen
yMin
en
yMax
afneemt
(bijvoorbeeld als u in de grafiek inzoomt) wordt de grafiek nauwkeuriger en benaderen de
weergegeven coördinaten de exacte steeds beter.
In het voorbeeld is de functie
y
(x)=x^3+.3x
2
-4x
getekend
De numerieke mode-instelling
voor weergave heeft geen
invloed op de weergave van de
coördinaten.