Operation Manual

Hoofdstuk 6: Grafische hulpmiddelen
121
06TOOLS.DUT 6 Raquel Revised: 09/09/97 10:23 AM Printed: 09/09/97 11:22 AM Page 121 of 2606TOOLS.DUT 6 Raquel Revised: 09/09/97 10:23 AM Printed: 09/09/97 11:22 AM Page 121 of 26
3 Definieer het andere eindpunt van de lijn. Bij het
verplaatsen van de cursor wordt een lijn van het
eerste eindpunt naar de cursor getrokken.
" # ! $
b
Herhaal stap 2 en 3 voor het tekenen van meer lijnen. Druk op
:
om
LINE
te annuleren.
Een verticale of horizontale lijn tekenen
1 Kies
VERT
(of
HORIZ
) uit het
GRAPH
DRAW
-
menu. De grafiek(en) van de geselecteerde functie
wordt weergegeven en een verticale of horizontale
lijn wordt vanuit de cursorpositie getekend.
6 /
' (
(of ))
2 Verplaats de lijn naar de
x
-waarde (of de
y
-
waarde, indien horizontaal) waar u de lijn wilt
hebben.
3 Teken de lijn in de grafiek.
! "
(of $ #)
b
Herhaal deze stappen voor het tekenen van meer verticale of horizontale lijnen. Druk op
:
om
VERT
of
HORZ
te annuleren.
Het tekenen van een cirkel
1 Kies
CIRCL
uit het
GRAPH
DRAW-
menu. De
grafiek wordt weergegeven.
2 Definieer het middelpunt van de cirkel met de
cursor.
6 /
' *
" # ! $
b
In het voorbeeld worden de
functies
y(x)=x
3
+0,3x
2
N
4x
en
y(x)=x
2
+3x
N
3
gekozen.
In het voorbeeld is de functie
y(x)=x
3
+0,3x
2
N
4x
gekozen.
Tevens is
ZIN
een keer
uitgevoerd met de zoomcursor op
(0,0),
xFact=2
en
yFact=2
.
In het voorbeeld is de functie
y(x)=x
3
+0,3x
2
N
4x
gekozen.
Tevens is
ZIN
een keer
uitgevoerd met de zoomcursor op
(0,0),
xFact=2
en
yFact=2
.